Pijp van de maand juli

Een pijp van Gambier (nr. 415) beeldt Charlotte Corday uit. Zij speelde een opmerkelijke rol in de periode van de Franse Revolutie. 

 

De Franse Revolutie duurde van 1789 tot 1799 en maakte een eind aan het Ancien Regime en de regering van Lodewijk XVI en zijn echtgenote Marie Antoinette, die beiden onder de guillotine eindigden. De privileges van de geestelijkheid (de eerste stand) en de adel (tweede stand) werden grotendeels afgeschaft en de oude ideeën over aristocratie en absolutisme werden vervangen door wetgeving gebaseerd op liberté, egalité en fraternité, ofwel vrijheid, gelijkheid en broederschap.

In 1792 werd de positie van de koning onhoudbaar en het tweede deel van de Franse Revolutie begon. Binnen de revolutionaire beweging waren de opvattingen heel verschillend.

 

De  Jakobijnen werden toen de belangrijkste groep. Zij waren een groep mensen die de monarchie wilden afschaffen in heel Europa, de macht van het volk wilden vergroten, en alle rechten van de adel wilden afpakken.  De Jakobijnen werden steeds radicaler. Onder leiding van Maximilien de Robespierre werden er tienduizenden mensen opgepakt en vermoord. Deze mensen gingen volgens de Jakobijnen in tegen de wil van het volk en alle mensen die ze niet vertrouwden kwamen onder de guillotine. Toen in 1792 een beslissing moest worden genomen over het leven van Koning Lodewijk XVI stemde Robespierre dan ook voor onthoofding onder de guillotine. Deze periode van geweld wordt ook wel de Terreur genoemd.

 

Tegenover de Jakobijnen stonden de Girondijnen, die de gegoede burgerij uit de provincie steunden en streden voor zoveel mogelijk individuele vrijheid en volkssoevereiniteit. 

 

In 1793 rekenden de Jakobijnen af met de Girondijnen. Na een belegering van de Nationale Conventie werden maar liefst 31 Girondijnen afgezet en vervangen door Jakobijnen. In de periode hierna werd een bloedbad aangericht onder de Girondijnen. Op 31 oktober 1793 vonden maar liefst eenentwintig hooggeplaatste politici de dood onder de guillotine. 

 

Marat maakte deel uit van de radicale fractie van de Jakobijnen. Onder meer vanwege zijn opzwepende retoriek werd hij door sommigen medeverantwoordelijk gehouden voor de Septembermoorden (1792). Dit beangstigde Charlotte Corday, een jonge aristocrate. Zij besloot hem te doden in het geloof dat dit erger zou voorkomen. Ze ging naar zijn huis en werd binnengelaten. Marat was op dat moment in bad zijn tijdschrift L'Ami du Peuple aan het redigeren. Terwijl hij de namen van contrarevolutionairen opschreef die ze hem dicteerde, stak ze een keukenmes in zijn borst. Tijdens de rechtszaak die volgde op de moord verklaarde zij: 'Ik heb één man omgebracht om er 100.000 te redden.' Vier dagen na Marats dood werd zij geëxecuteerd met de guillotine.   

 

De pijp van Gambier die Charlotte Corday verbeeld is tussen 1830 en 1914 gemaakt. Voor Gambier was het interessant om deze pijp uit te brengen omdat de discussie over de daad van Charlotte Corday in de gehele 19e eeuw volop werd gevoerd. Vergelijking van het schilderij van Hauer en de pijp laat zien dat de pijp een goed portret laat zien van Charlotte Corday.

 

De hier afgebeelde pijp is voorzien van een beschildering met een blauw-zilverkleurige verf. Vooral de haren en de muts zijn gekleurd. Het is onwaarschijnlijk dat deze kleuring in de fabriek in Givet is aangebracht. Er waren in de 19e eeuw verschillende kleine ateliertjes waar pijpen nog iets mooier gemaakt werden om deze zo tegen een hogere prijs te kunnen verkopen.

 

 

Pipe of the month juli

A pipe made by the company Gambier depicts Charlotte Corday, who played a remarkable role during the period of the French Revolution.

 

The French Revolution took place between 1789 and 1799 and ended the reign of the 'old' regime and the government of Louis XVI and his wife Marie Antoinette, who were both sentenced to the guillotine. The traditional privileges which the clergy and the nobility enjoyed were mostly eliminated and the traditional influence of aristocrats and absolute rulers were replaced by legislation based on the principles of 'liberté, egalité and fraternité', freedom, equality and brotherhood. In 1792 the position of the king became indefensible and the French Revolution entered it's second phase. The revolutionary movement harboured many different principles and ideas however.

 

The Jacobins were the most important group, formed by people who wanted to abolish monarchy in the whole of Europe and enlarge the power of the people: basically strip nobility of all of it's rights.

The Jacobins became more and more radical in their beliefs and headed by Maximilien de Robespierre, tens of thousands of people were captured and excuted who, according to the Jacobins, went against the will of the people. The guillotine was their final destination. When in 1792 a decision needed to be made about the life of King Louis XVI, Robespierre proposed his beheading by means of the guillotine. This period during the revolution is also known as the period of 'Terror'.

 

A more moderate revolutionary way of thinking was supported by the Girondins, who did support the upper classes of society and promoted individual freedom and sovereignty of the people.

 

In 1793, the Jacobins delivered a strong blow to the Girondins. As a result of the siege of the National Convention, 31 high ranking Girondins were removed from their positions and replaced by Jacobins. This started a period of bloodshed against the Girondins. On october 31st, 1793, 21 high ranking Girondin politicans were send to the guillotine.

 

Jean Paul Marat was one of the spokesman for the radical fraction of the Jacobins. Mainly because of his inflammable rhetoric he was held responsible for the 1792 september killings. A young aristocrat by the name of Charlotte Corday was extremely frightened by him and strongly believed that it would only get worse if Marat was not stopped. She decided that killing him was the only remedy so she went to his house and stabbed him in the heart with a kitchen knife. During the trial that followed she declared: 'I have taken the life of one man to save the lives of 100.000'. Four days after Marat's death, Corday was executed by the guillotine.

 

The pipe was made by Gambier between 1830 and 1914 and represented a very actual theme as the discussion about the rightfulness of Corday's deed was still very much alive during the 19th century. As we can see from a painting of Corday by Hauer, the pipe's resemblance of Corday is striking.

 

This version of the pipe has the remnants of a blue-silvery paint which was used on the hairs and cap. Most likely this colouring was not applied in the factory in Givet. During the 19th century many smallere workshops would enhance clay pipes by painting of enamelling them to increase their value.

 


Schilderij van Charlotte Corday (1768-1793) van Jean-Jacques Hauer, geschilderd op haar verzoek enkele uren voor haar executie (Wikipedia). 



Pijpen van voorgaande maanden