Archief Pijp van de Maand 2014

Januari 2014


Pijp van de maand januari  2014

Deze maand tonen we een interessante Duitse pijp die op een akker in de provincie Utrecht  is

gevonden. De pijp heeft een bekervormige ketel met rondom dertien knorren met lijnen die

doorlopen op de steel. Aan de rokerszijde staan de letters HR en SL onder een kroon en op

een ondergrond van verticale lijntjes. Daarboven een driehoek opgebouwd uit V-vormige lijnen.

Rond de steel een decoratie van zes kruizen tussen banden en in reliëf: HRI / CUS / SCH / WAD

/ ERL / AB I[N] / HOR / 178[?].
De pijp is gefabriceerd door Henricus Schwaderlab. Deze pijpenmaker wordt in 1789 in de

archieven genoemd als afgevaardigde van het Trierse pijpenmakersgilde. 
Vermeldingwaardig is dat dezelfde pijp is gevonden in een beerput in de Vaalstraat 4 in Zutphen.

Op deze pijp is de datering 1785 wel duidelijk leesbaar.

 

1a.

Privé collectie


   




      


 

 

1b.

Woerden (omgeving), akkervondst

2a.

Kromkop 

2b.

Ketel met knorren met aan de rokers kant op de ketel een hart met daarin de letters HR SL gekroond

2c.

Wapen van Gouda, imitatie. (De sterren zijn cirkeltjes) / -

2d.

-

2e.

Bovenzijde ketel geglaasd

2f.

Gebotterd

2g.

Radering rondom de ketelrand

2h.

-

3a.

Rondom band met zes kruizen en de tekst HRI / CUS / SCH / WAD / ERL / AB I[N] / HOR / 178[?].

3b.

Ongelaasd

3c.

-

4.

1785 - 1810

5.

Duitsland, Höhr

6.

Henricus Schwaderlab

7.

[1. Blz. 84 Nr. 130 en 
Tafel 20 Abb 130]
[2. Catalogus Vaalstraat Nr. 24]

Literatuur

[1] Martin Kügler, Tonpfeifen. Ein Beitrag zur Geschichte der Tonpfeifenbäckerei in Deutschland. Höhr-Grenzhausen, 1987        

[2] Oostveen, J. van, 2008. Kleipijpen uit Zutphen. Tiel. Versie 4.0. Zutphense Archeologische Publicatie




Februari 2014


Pijp van de maand februari  2014

Deze maand tonen wij een pijp van de Utrechtse pijpenmaker Gerrit van Westdijk. Echter deze pijp 

is gefabriceerd toen hij nog in Schoonhoven actief was. Dat is te zien  aan de drie stippen die op de

rechterzijde van de ketel zijn geplaatst. Een kenmerk wat wij van pijpen uit Utrecht niet kennen. Bekend

van hem is dat hij in 1735 in Schoonhoven is getrouwd en in de archieven van Schoonhoven wordt

Gerrit na 1750 niet meer genoemd en zal hij vermoedelijk tussen 1751 en 1753 naar Utrecht zijn

verhuisd, waar hij zich vestigde aan de Lauwerecht. Uit zijn Utrechtse periode zijn vondsten van

pijpen bekend waar zijn volledige naam GERRIT VAN WESTDYK met de intialen GVWD op staan

vermeld. Voor meer informatie over Gerrit van Westdijk verwijs ik naar de boeken Onder de rook

van Utrecht en Tabakspijpennijverheid in Schoonhoven.  

 

1a.

Freek  Mayenburg


   




      


 

 

1b.

-

2a.

Overgangsvorm Trechter naar Ovoide 

2b.

G gekroond met de initialen VWD / Drie stippen

2c.

-/- 

2d.

-

2e.

Ongeglaasd

2f.

Gebotterd

2g.

Geen radering rondom de ketelrand

2h.

-

3a.

-

3b.

-

3c.

-

4.

1735 - 1750

5.

Schoonhoven

6.

Gerrit van Westdijk

7.

[1. Blz. 116 Afb. 754]
[2. Blz. 132 Afb. 204]

Literatuur

[1] Jan van Oostveen en Aad Kleijweg (2009) Tabakspijpennijverheid in Schoonhoven

[2] P.K. Smiesing en J.P.Brinkerink (1988) Onder de rook van Utrecht





Maart 2014

Wel eerder hebben we pijpen getoond waar beroepen op worden afgebeeld. Zo hebben we eerder besproken de Stratenmakers , Koorddansers , Speelman , Speelman en Wever , en Turfdrager . Deze maand tonen we een fraaie pijp met een pijprokende zalmvisser.


1a. Hans van der Meulen

1b.

2a. Ovoide 

2b. Zalmvisser / -

2c. -/- 

2d.

2e. Ongeglaasd

2f.  Gebotterd

2g. Radering rondom de ketelrand

2h.

3a.

3b.

3c.

4. Tweede helft 18e eeuw

5.Gouda of Alphen aan de Rijn

6.

7.










April 2014

Deze maand tonen we een interessante pijp, namelijk een doorroker van de firma N.V. Goedewaagen. De pijp is goed doorgerookt zodat de voorstelling duidelijk tevoorschijn is gekomen. We zien een ooievaar die een baby op zijn bestemming gaat brengen. De begeleidende tekst luidt Wees welkom Koningskind en aan de keerzijde het jaartal 1938. De pijp is dan ook gemaakt in 1938 ter gelegenheid van de geboorte van prinses Beatrix

1a. Ruud Stam

1b. -

2a. Bekermodel 

2b. Ooievaar met baby

Tekst: Wees welkom Koningskind /

1938

2c. -/-

2d.

2e. Aardewerk geglazuurd

2f.

2g.

2h. Hoogte 5,1 cm

Doorsnee ketel 2,7 cm

3a.

3b.Aardewerk geglazuurd

3c.Totale lengte 17,6 cm

4. 1938

5. Gouda

6. N.V. Goedewaagen

7.






Mei 2014


Deze maand tonen we een fraaie zwaar gerookte figurale manchetpijp in de vorm van Lodewijk Napoleon III, keizer van Frankrijk van 1852 tot 1870. Napoleon III was getrouwd met de Spaanse Eugénie de Montijo, gravin van Teba. De eigenaar was erg gesteld op deze pijp, omdat hij langdurig en goed doorgerookt is en Napoleon heeft een ongemerkte zilveren steek gekregen.

De pijp is met vier kleuren email beschilderd. Op de steel links staat ‘DEPOSE 646’ en rechts IOLET A ST. OMER. Lengte 5 cm en hoogte 5,5 cm. De pijp is rond 1900 gemaakt door de firma L. Fiolet in St. Omer, Frankrijk. (Coll. & foto Ron de Haan)

Juni 2014


Deze maand tonen wij u de Gambier pijp Arab petit.  Waarschijnlijk is hier Bou-Maza uitgebeeld. Hij was de hoofdman van de kabylen, een Berberstam uit Algerije, die streed tegen de Fransen tijdens de winter van 1845-1846. De Franse troepen bezetten Algerije in 1830 en verdreven de Bey van Algiers. Daar werd destijds het Frans Vreemdelingenlegioen opgericht. In 1832 begon Abd al-Kader een guerrilla tegen het koloniaal bestuur.

De pijp komt uit de fabriek van de firma Gambier in Givet, Frankrijk. Bijna vijftig jaar lang wordt hij in diverse Gambier catalogi vermeld onder nummer 955 als ‘Arabe, petit’. Hij is gemaakt in de tweede helft van de 19e eeuw tot begin 20e eeuw. (Coll. Jos Engelen)

Juli 2014


Deze maand een gietpijp uit Ruhla. Op deze manchetpijp zijn een man en een hond zittend tegen een boom afgebeeld. De man heeft zijn hoed afgenomen. De pijp is afwijkend van vormgeving. De lucht komt namelijk via de hoed en een luchtkanaal boven in de tabaksketel. De ketel wordt afgesloten met een (hier ontbrekend) luchtdicht deksel.

De pijp is in een gipsen vorm gemaakt van lichtbruin/geelbakkende klei. Hoogte 8 cm, lengte 7,5 cm. Datering 1860-1920. Bodemvondst Ruhla. (Coll. Ruud Stam, foto Ron de Haan)

Meer over Ruhla pijpen:
Ron de Haan, ‘De productie van kleipijpen in Ruhla (Thüringen)’. PKN, Stichting voor onderzoek historische tabakspijpen Jaarboek 2014, p.55-67.

Augustus 2014


Deze maand twee pijpen uit dezelfde Goudse werkplaats. De linker is een rondbodem met een figurale ketel in de vorm van het hoofd van een Turk met omhoog staande snor, baard en oorbellen. Langs de ketelopening een band met driehoekjes met bladmotief.

Op de steelzijde van de andere pijp zien we een naar links springend paard. Mogelijk is dit het heraldische paard van Hannover en was deze pijp bedoeld voor de export naar Nedersaksen.

Beiden pijpen zijn gemerkt met de leeuw in de Hollandse Tuin. Ze zijn vervaardigd door de firma Frans Verzijl & Zoonen en dateren uit de tweede helft van de 18e eeuw. (Coll. Lia Schouten, foto Ron de Haan)

September 2014

Ditmaal drie pijpen in de vorm van een stoomlocomotief met hoge schoorsteen. De tabaksketel bevindt zich in de stoomketel. De locomotieven zijn oranje, lichtbruin en geel geglazuurd. Boven de wielen van twee linker locomotieven lezen we aan de linkerzijde ‘MONTEREAU No 5’ en aan de rechterzijde ‘PARIS No 5’. Op de gele pijp staat ‘WK CHOKIER’.

De gele uitvoering is vervaardigd door Wingender Knoedgen te Bree in België. Waarschijnlijk komt de lichtbruine pijp ook uit België en wel uit de Maasstreek. De oranje uitvoering is vervaardigd door de Firma Dutel Gisclon te Montereau in Frankrijk. De pijpen zijn vervaardigd in de laatste kwart van de 19e eeuw. (Collectie en foto Ron de Haan)


October 2015

De pijp van deze maand is afkomstig van de firma Bordollo. De pijp is speciaal vervaardigd voor de Nederlandse markt.

In 1798 richtte een zekere Von Reckum een bedrijf op waar aardewerk werd gemaakt. Hij maakte gebruik van personeel uit de voormalige Porceleinefabriek in Frankenthal. In 1814 werd het bedrijf door Wilhelm en Leonard Bordollo overgenomen. Vanaf 1818 werd gestart met het vervaardigen van aardewerk producten.

In 1834 werd het bedrijf verkocht en kwam het in de handen van de weduwe van Wilhelm Bordollo. In 1836 had de onderneming vier ovens, twee klei-molens en  40 medewerkers in dienst. De omzet was 30,00 ff.  De klei was afkomstig uit Chalon-sur-Marne in Frankrijk.

Er werden ook pijpen geproduceerd en verkocht langs de rivier de Rijn, Baden, Württemberg, Hessen-Darmstadt en in Nassau. Vanaf 1827 produceerden ze ook hun producten met prints erop (Schmitz, Chr., 1836). Er is een catalogus waarin staat dat de firma werd opgericht in 1801 en dat de productie van pijpen begon in 1838 (Duco 2004, 123), echter er is een conflict qua informatie hierover als Schmitz schrijft dat de productie van pijpen al dateerde vanaf 1836.

De Goudse pijpenmakers hielden in de 19e eeuw traditioneel vast aan het gebruik van metalen mallen om pijpen te produceren. De geglazuurde pijpen die door Bordollo vervaardigd zijn middels gipsmallen vertonen Hollandse landschappen en Hollandse handelswaren op de ketel en werden destijds met veel succes verkocht aan Nederlandse afnemers.

In 1898 importeerde de Goudse fabrieken Van der Want en Barras de pijpen die door Bordollo vervaardigd waren en niet veel later gingen ook zij met gipsmallen dit soort pijpen produceren voor de Nederlandse markt.

D.H. Duco, Century of Change, the European clay pipe, its final flourish and ultimate fall. Amsterdam, 2004.

Collectie Ruud Stam

Foto Ron de Haan


November 2014


Deze maand twee pijpen die wat betreft voorstelling duidelijke overeenkomsten vertonen.

De steelpijp dateert uit de jaren 1900-1940 en is van de Firma P. Goedewaagen & Zoon (modelnr. 247). Dit model werd onder andere voor export naar de Verenigde Staten vervaardigd.

De in vier kleuren geëmailleerde manchetpijp stamt uit de tweede helft van de 19e eeuw. Deze manchetpijp is gemaakt door de firma Trees of Knoedgen in Luik, België.

Collectie en foto Ron de Haan

December 2014


Deze maand een satirische Cartoon insteekpijp die door Charles Crop & Sons uit London is vervaardigd tussen 1910-1920.

De pijp is in februari 1910 geregistreerd onder nummer 557465.

Voorts staat er onderaan de insteekpijp de tekst “Morning Leader” en “Cartoon” en aan de zijkanten van de steel “What! Tax” en “My Land”.

Opvallend aan de insteekpijp is de geïrriteerde uitdrukking van de man en dat de ketel schuin naar rechts wijkt.

Collectie en foto Jan Kwint